McLaren F1-reservecoureur verliest geduld: "Doe dit niet nog vijf jaar"

Dat is ook wat de 25-jarige Pato O'Ward alsmaar beseft. De Mexicaan rijdt al sinds 2020 namens het IndyCar-team van McLaren en maakt deel uit van het McLaren Driver Development Programme. Hij heeft al meermaals in ouder F1-materiaal getest, maar mocht vorig jaar in zijn thuisland ook deelnemen aan de eerste vrije training van het GP-weekend. Zo heeft hij al veel van de Formule 1 mogen proeven, maar een vooruitzicht in de koningsklasse van de autosport lijkt er niet echt te zijn. "Het was gaaf om te zien dat het team de constructeurstitel won, ik was blij dat ik daar in ieder geval een kleine rol in heb gespeeld", zegt O'Ward tegen The Race. "Maar het is best zwaar, aangezien het voelt alsof je naar een buffet gaat maar niet mag eten. De rest eet wel en geniet ervan, maar jij zit er alleen maar bij. Je doet niet wat je het liefste zou doen en kijkt toe hoe andere mensen dat wel doen. Het is absoluut niet mijn favoriete taak."

O'Ward is net als IndyCar-collega Colton Herta wel eens genoemd als potentiële F1-kandidaat, maar net als de Amerikaan wordt er vooral veel over hen gepraat maar lijkt het nooit serieus te worden. Bij O'Ward begint dan ook het geduld op te raken, iets wat Herta onlangs ook al heeft aangegeven. "Ik bevind me nu op een punt in mijn carrière waar ik all-in ga", legt O'Ward uit. "Ik wacht al zo lang op die kans in de Formule 1, maar er zit altijd een deadline aan vast. Er zal altijd een moment zijn dat ik denk 'zo is het genoeg', want het gaat misschien nooit gebeuren."

Intense rol

Pato O'Ward, McLaren F1-team

Foto door: Sam Bloxham / Motorsport Images

O'Ward benadrukt dat hij er niet voor openstaat om dit werk bij McLaren 'nog eens vijf jaar' te doen. "Er is zeker een deadline en die komt er vroeg of laat aan. Ik geef dit jaar alles en hopelijk blijven mijn kansen toenemen." Hij merkt op dat zijn rol dusdanig is gegroeid, dat het F1-team veel van hem verwacht - zonder dus de ultieme beloning te krijgen in de vorm van een Formule 1-zitje. "De rol is best intens geworden wat betreft aanwezigheid bij alle overzeese F1-races. Ik wil in de auto zitten en rijden", voegt O'Ward toe. "Hopelijk wordt dat steeds meer een manier om de dagen in het tussenseizoen, waarop je alleen maar het vuile werk doet, in evenwicht te brengen, in plaats van te doen wat je echt leuk vindt."