Onderscheid binnen Ducati: niet alle Desmosedici's zijn gelijk

De Italiaanse fabrikant werkte maandenlang aan de krachtbron van de Desmosedici die oorspronkelijk bedoeld was voor Márquez, Bagnaia en Di Giannantonio. De tests van afgelopen winter in Barcelona, Maleisië en Thailand, brachten Ducati er echter toe om van strategie te veranderen - althans volgens de destijds gegeven verklaringen. Op basis van de feedback van Márquez en Bagnaia – Di Giannantonio raakte geblesseerd in Sepang – gaven de technische topmensen van Ducati, onder leiding van Gigi Dall'Igna, aan dat alle zes coureurs met een Desmosedici over dezelfde motorspecificatie zouden beschikken, gebaseerd op het 2024-model. Dit blijkt echter niet volledig te kloppen.

Motorsport.com heeft vernomen dat Ducati twee verschillende typen motoren heeft verdeeld onder de coureurs. Márquez, Bagnaia en Di Giannantonio maken gebruik van een eigen variant, terwijl Alex Márquez, Franco Morbidelli en Fermín Aldeguer een andere versie tot hun beschikking hebben. Motorsport.com heeft contact opgenomen met Ducati, dat deze informatie heeft bevestigd. “Inderdaad, er zijn twee verschillende specificaties. De versie die door Marc, Pecco en Diggia wordt gebruikt, bevat enkele kleine wijzigingen ten opzichte van die van Alex, Franco [Morbidelli] en Fermín [Aldeguer],” verklaarde een woordvoerder van Ducati telefonisch. “Bij de modernere specificatie hebben we rekening gehouden met de feedback van Marc en Pecco,” voegde hij toe, waarbij hij benadrukte dat de verschillen tussen de modellen klein zijn.

Ondanks deze bewering is het vermeldenswaardig dat Ducati vorig seizoen een vergelijkbare uitleg gaf met betrekking tot de verschillen tussen de GP23 en de GP24, waarbij uiteindelijk bleek dat de GP24 duidelijk superieur was. Van de negentien overwinningen die Ducati in 2024 boekte, werden er zestien behaald met motoren uit 2024, terwijl slechts Márquez erin slaagde om drie keer te winnen met de versie van 2023.

In Buriram moesten de fabrikanten die verplicht zijn hun motoren te bevriezen, hun krachtbronnen homologeren. Honda en Yamaha, die profiteren van speciale concessies, zijn vrijgesteld van deze verplichting en kunnen hun motoren gedurende het seizoen blijven ontwikkelen. Tijdens de homologatie leverden Aprilia en KTM een motor in bij de technische commissie van de International Road-Racing Teams Association (IRTA), die als referentie dient voor controles gedurende het seizoen. Ducati daarentegen diende beide eerder genoemde motorspecificaties in.